Vandaag, op 6 november, mochten we hoog bezoek ontvangen bij Enik Recovery College Overvecht: Hare Majesteit Koningin Máxima bracht een werkbezoek om zich te verdiepen in onze herstelgerichte werkwijze en de kracht van ervaringsdeskundigheid. 

De koningin werd hartelijk verwelkomd door wethouder Rik van der Graaf en Juul Reinking, voorzitter van de Raad van Bestuur van Lister. Daarna maakte ze kennis met onze unieke manier van werken: leren van en met elkaar op basis van eigen ervaringen met ontwrichting en herstel.

Tijdens haar bezoek nam de koningin een kijkje bij verschillende bijeenkomsten van Enik. Zo woonde ze de sessie ‘Een valse start: de gevolgen van emotionele verwaarlozing’ bij, waarin met behulp van het Wellness Recovery Action Plan (WRAP) wordt gewerkt aan persoonlijke groei.

Daarna schoof ze aan bij ‘Schilderen op gevoel’, een creatieve bijeenkomst die draait om expressie en herstel via kunst. De koningin luisterde aandachtig naar de verhalen van de deelnemers terwijl zij hun kunstwerken bespraken in de groep.

Ook nam ze kort deel aan de bijeenkomst ‘Zelfcompassie’, waarin deelnemers leren met mildheid naar zichzelf te kijken. De koningin ging in gesprek met de facilitators over het belang van zelfzorg binnen herstel.

Het bezoek werd afgesloten met een rondetafelgesprek over de toekomst van herstelacademies in Nederland, met vertegenwoordigers van Enik, Lister, het Trimbos Instituut en de Universiteit Tilburg. Er werd gesproken over de groei van herstelacademies, de maatschappelijke betekenis en de rol van ervaringsdeskundigheid in de ggz van de toekomst.

Tijdens het gesprek werd duidelijk hoe essentieel de ruimte is die Enik biedt om gezamenlijk herstel vorm te geven. De koningin toonde zich onder de indruk en gaf aan de kracht van deze ruimte zelf ook te hebben ervaren.

We zijn trots op de medewerkers, facilitators en deelnemers van Enik die dagelijks laten zien wat herstel in de praktijk betekent. Het koninklijk bezoek was een bijzondere erkenning voor iedereens inzet en toewijding. 

Fotocredits: Maartje Kuperus